Duurzaam renoveren opent deuren voor bedrijven die energie- en waterefficiëntie faciliteren
Duurzaam renoveren is in opmars. We isoleren massaal daken, muren en vloeren. We produceren steeds meer onze eigen elektriciteit en voorzien in onze eigen watervoorraad. Is deze verantwoorde manier van verbouwen ook beter voor je portemonnee? En welke bedrijfstypes delen in het succes van deze renovatiegolf? We praten erover met Anthony Sandra, Portfolio Manager bij KBC Asset Management.
De terugverdientijd voor energetische renovaties wordt korter
We vinden collectief onze weg naar renovatiepremies, zo blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir. Sinds de lancering van MijnVerbouwPremie, een eengemaakt onlineloket om dergelijke premies aan te vragen, hebben al meer dan 100.000 eigenaars een aanvraag ingediend. Dat aantal lag dubbel zo hoog als verwacht en toont aan dat duurzaam verbouwen in de lift zit.
De beweegredenen zijn duidelijk. Eerst en vooral is open ruimte schaars. Wie duurzaam wil wonen, verkiest vaak renoveren boven nieuwbouw, zodat alvast geen nieuwe ruimte wordt ingenomen. Daarnaast is er de ambitie van de overheid om tegen 2050 alle woningen en appartementen een EPC (energieprestatie certificaat) label A te laten behalen. Een ambitie die zich naar eigenaars van een woning met een lager EPC-label vertaalt in een verplichting om deze energiezuiniger te maken. Ook de hoge gas- en elektriciteitsprijzen van 2022 en begin 2023 zijn een belangrijke reden om te renoveren.